Hulp aan Zwerfkatten - LOES voor Dieren

Ga naar de inhoud

Hulp aan Zwerfkatten

Dierverzorging / hulp

Zwerfkatten

Deze informatie is bedoeld voor iedereen, die meer wil weten over zwerfkatten.

Zwerfkatten komen vrijwel overal voor.
Over het algemeen betreft het katten die door hun eigenaar in de steek gelaten zijn.
Deze dieren zijn vaak niet gesteriliseerd/gecastreerd en na verloop van tijd dienen zich onvermijdelijk jongen aan. Indien de jonge katjes niet binnen 7 à 8 weken na geboorte met mensen in aanraking komen, groeien ze op tot wilde zwerfkatten. Deze dieren vinden mensen doodeng en willen er niets mee te maken hebben.
Huiskatten die hun huis zijn kwijtgeraakt en al lange tijd zwerven, kunnen door alles wat ze meemaken ook bang voor mensen worden, we spreken dan over schuwe katten.
Sommige huiskatten die wel een eigen huis en baas hebben kunnen toch angstig reageren als ze buiten zijn.
Het is  daarom soms moeilijk om  te onderscheiden of een dier wel of geen eigenaar heeft.
Voor wie hierin onervaren is, maar toch wil weten of er  actie ondernomen moet worden, proberen we hier  een handleiding te geven.

Bij Stichting LOES voor Dieren is meer dan 30 jaar ervaring met zwerfkatten  aanwezig en we kunnen u behulpzaam zijn bij het zoeken naar de beste oplossing voor het dier in nood.
We werken nauw samen met Stichting Amsterdamse Zwerfkatten (SAZ).

De SAZ vangt zwerfkatten, laat ze medisch controleren, steriliseren/castreren en bekijkt of het om wilde, verwilderde schuwe of tamme huiskatten gaat.
Wilde katten worden na medische behandeling teruggezet op de vangplek.
Tamme en schuwe katten worden enige tijd geobserveerd om te bepalen wat voor ieder individueel dier de beste oplossing is: naar een dierenopvangcentrum (asiel), naar een opvang stichting voor socialisatie zoals Stichting LOES voor Dieren, terugzetten op de vangplek of naar een permanente opvang zoals bv. Kattendorp.

Een vuistregel is: een gezonde kat ziet er schoon en weldoorvoed uit.

Vieze of magere katten mankeren iets en moeten dus naar de dierenarts.
Hetzelfde geldt voor katten, die
gewond of ziek zijn en  b.v. hoesten, niezen, vaak braken, vaak plassen, veel drinken, bloeden, mank lopen, lang stilliggen, niet kunnen eten, een bult of een slechte vacht hebben.

Maar ook  op het oog gezonde katten kunnen onze hulp nodig hebben. Te denken valt aan dieren die buitenshuis snel in de problemen kunnen raken of  al zijn geraakt, zoals  
zwangere poezen, of katten jonger dan 3 maanden.
De beweegredenen lijken duidelijk: zwangere en heel jonge dieren moeten zo snel mogelijk van de straat, om te voorkomen dat er nog meer zwerfdieren bij komen. Heel jonge katjes hebben een veilige omgeving en goed contact met mensen nodig om gezond te kunnen opgroeien tot mensvriendelijke katten.
Zieke en gewonde dieren kunnen dringend medische hulp nodig hebben, ook logisch. Maar wat te doen als je niet weet of niet kunt beoordelen of een dier ziek of gewond is? En vallen magere katten ook onder dat criterium?

Wat is mager?
Een kat is mager als je de botten kunt zien of duidelijk voelen.  Ribben, ruggegraat en de heupbeenderen boven de achterpoten op de rug horen normaal gesproken niet goed voelbaar te zijn. Zijn ze wel goed te voelen dan is het dier te mager. Mogelijke oorzaken kunnen zijn o.a. ondervoeding, nierprobleem, schildklierprobleem of suikerziekte.
Magere katten met een
dikke buik kunnen ernstig ziek (FIP, lever- of hartprobleem) of zwanger zijn.

Wat is vies?
Katten zijn erg schone dieren. Als ze erg ziek zijn kunnen ze hun vacht soms niet meer verzorgen en krijgen ze klitten (ook kortharige katten!). Witte plekken met grauwe of zwarte vegen duiden vaak op langdurig zwerven of een (onaangename) ontmoeting met een auto.
Vieze ogen, neus en bek kunnen wijzen op niesziekte of andere infecties, verwondingen, of kanker. Daarnaast kan kwijlen ook nog wijzen op gebits- of nierproblemen.
Vieze plekken in of op de vacht kunnen duiden op verwondingen, pus of contact met (voor de kat) gevaarlijke stoffen (olie, teer, verf, etc.).
Stank kan afkomstig zijn van ontstoken wonden, erg ontstoken geïrriteerde huid, ontstoken bek of nierproblemen. Een acetonlucht uit de bek kan wijzen op suikerziekte.
Berucht is de
okselwond, veroorzaakt doordat een langzwervende kat vermagert en met wassen zijn voorpoot door het steeds wijder zittende halsbandje steekt. Het bandje komt dan klem te zitten onder de oksel en er ontstaat een grote vaak geïnfecteerde wond, die een misselijkmakende stank verspreidt.
Bij ernstige
diarree kan de vacht rond de achterpoten vies zijn. Bij langharige katten loert zeker 's zomers het gevaar dat vliegen er dan eitjes in leggen. De maden vreten zich dan door de huid heen naar binnen.

Slechte vacht
Een plukkerige vacht kan wijzen op uitdroging. Dit is een spoedgeval! Controleer de vochtbalans van het dier door met duim en wijsvinger een stukje nekvel net achter de schouderbladen omhoog te trekken en dan los te laten. Als het direct terug schiet is alles in orde. MAAR... als dat niet of langzaam gaat, is het dier aan het uitdrogen!
Kale plekken kunnen wijzen op ernstige ondervoeding, allergie, parasieten (vlooien, luizen), schimmelinfectie of verwondingen.

Bult
Een bult kan wijzen op een abces of een tumor. Vooral katers lopen tijdens gevechten nogal eens bijtwonden op, die grote abcessen kunnen veroorzaken. Bekende plekken zijn op de kop of bij de staartbasis, soms ook aan een poot.
Een
dikke poot kan naast een abces ook wijzen op een botbreuk.
Bij oudere poezen kan borstkanker voorkomen. Vaak is dat lastig te zien. Mensen melden dan, dat het dier mank loopt (als het gezwel heel groot wordt) of steeds
vieze plekken achterlaat op de slaapplaats (als het gezwel "doorbreekt").

Mank lopen/omvallen
Een mank lopend of omvallend dier kan een ernstige verwonding (gebroken poot of bekken) of infecties aan de poten hebben. Steeds omvallen kan ook een aanwijzing zijn voor hersenletsel of totale uitputting.

Bloed
Zichtbaar bloed is een zeker teken van verwonding of doorgebroken abces. Bloed aan de geslachtsopening bij de poes kan betekenen, dat de bevalling aanstaande of net geweest is. Vieze uitvloeiing kan een teken van baarmoederontsteking zijn. Bloed in de urine wijst op blaas-ontsteking of verwonding, bloed in ontlasting kan wijzen op een ernstige worminfectie, darmkanker of andere darmaandoening. Bij erge niesziekte kan de kat bloed niezen.

Bleke of rode slijmvliezen
De slijmvliezen aan de binnenkant van de lippen en oogleden en het tandvlees horen roze te zijn. Als de slijmvliezen bijna wit zijn (soms ook oren en neus) is er iets erg mis. Het dier heeft ernstige bloedarmoede of veel bloed verloren. Bloedarmoede treedt op als het veel vlooien heeft of bij leucose (bij katten besmettelijke en dodelijke leukemie).
Als de slijmvliezen erg rood zijn kan er sprake zijn van tandvleesontsteking, niesziekte, nierprobleem, FIP (bij katten besmettelijke en dodelijke buikvliesontsteking) of kattenaids.

Extreme weersomstandigheden
Katten hebben een hekel aan nat worden, bij neerslag zoeken ze direct een schuilplaats. Een kat, die in de regen of sneeuw ligt mankeert iets. Langdurig (enkele uren) in de felle zon liggen is ook een teken dat er iets mis is. Een gezonde kat mag graag zonnebaden, maar als het te warm wordt zoekt hij de schaduw weer op. Dus als het dier lang in de zon ligt, erg hijgt en niet weggaat is er iets aan de hand.

Niet eten
Hongerige katten die wel willen, maar blijkbaar niet kunnen eten hebben een ernstig probleem. Infecties, gebitsproblemen of tumoren in de bek, misselijkheid (lever, nier- of maag/darmprobleem), botje of naald in de bek of keel kunnen redenen zijn om niet te kunnen eten. De dierenarts moet uitkomst bieden.
Goed doorvoede buurkatten, die het aangeboden eten niet lusten zijn over het algemeen goed te onderscheiden van de zielepoot die
kwijlt, braakt, kokhalst, hoest, niest en steeds magerder wordt.
Vlak voor de bevalling weigert een hoogdrachtige poes vaak ook te eten.

Veel drinken
Normaal gesproken drinkt een kat over de hele dag verdeeld en afhankelijk van weersomstandigheden en voersoort (blikvoer of droge brokken) een half tot een heel kopje water (100 cc). Katten die lijden aan een nier- of schildklierkwaal of suikerziekte drinken (en plassen) veel meer. Een kat die vaak bij de waterbak te vinden is en daar langdurig (langer dan een paar seconden) drinkt moet dus naar de dierenarts.  

Onzindelijkheid/vaak plassen
Onzindelijkheid bij de kat kan vele oorzaken hebben. Ongecastreerde katers en krolse poezen kunnen onzindelijk zijn om hun beschikbaarheid voor de voortplanting kenbaar te maken. Onzindelijkheid kan een uiting van onbehagen zijn: het dier vindt het te druk of te stil of is erg angstig. Blaasontsteking veroorzaakt ook vaak onzindelijkheid. Door de buikpijn probeert het dier overal te plassen. Soms associeert het de buikpijn met de kattenbak en durft niet meer naar de bak uit angst daar weer pijn te krijgen. Bij blaasontsteking komt bij katers ook vaak blaasgruisvorming voor. Het gruis verstopt de urineleider en het dier kan niet meer plassen, dit leidt binnen 24 uur tot de dood en is dus een spoedgeval. Het dier gaat ieder ogenblik naar de bak of andere plekken, probeert te plassen, maar produceert slechts enkele druppels of helemaal niets. Vaak is er bloed in de urine te zien.
Suikerziekte, dementie en nierproblemen kunnen ook tot onzindelijkheid leiden.
Helaas is onzindelijkheid een veel voorkomende reden om een kat op straat te zetten.

Schreeuwen
In januari en februari zijn de meeste poezen krols. Katers reageren hierop door met elkaar om de vrouwtjes te vechten en schreeuwconcerten te geven. Siamezen en hun bastaarden kunnen ook buiten het seizoen een flinke keel opzetten, vooral als er iets niet naar hun zin is. Bijvoorbeeld als ze buiten gesloten zijn of erg overstuur. Gewoonlijk schreeuwen katten alleen als er iets erg mis is: bij erge pijn of angst. Katers met blaasontsteking of blaasgruisverstopping kunnen schreeuwen van de pijn bij het op de bak gaan.
Jonge poesjes kunnen behoorlijk om hun moeder roepen, zeker als ze honger hebben. Direct actie ondernemen en gaan zoeken!
Dove en demente katten en dieren met een schildklierprobleem willen ook nog wel een flink geluid produceren.
Normaal gesproken communiceren katten onderling met zachte geluidjes. Moeders maken een soort binnensmonds prrr..ieauw geluid om hun kleintjes te roepen. Katten, die elkaar graag mogen maken een soortgelijk geluidje om elkaar te begroeten. Alleen tegen mensen (die spreken slecht "kats") moet luid en duidelijk gesproken worden en als je ernstige meningsverschillen hebt met een soortgenoot.
Dus als een kat schreeuwt is er meestal iets aan de hand!

Temperatuur van de kat
De normale lichaamstemperatuur van de kat (thermometer in de anus) ligt tussen 38° en 39° C. Bij afwijkende temperatuur is er iets mis. Hete oren en voetzooltjes kan wijzen op koorts, koude oortjes en voetzooltjes kan wijzen op ondertemperatuur. Het zijn geen betrouwbare aanwijzingen. Temperaturen met een thermometer is de enige betrouwbare methode om de lichaamstemperatuur op te meten. Als de temperatuur onder de 37° C komt, geef het dier dan een kruik (of colafles met heet water omwikkeld met een handdoek) en/of een dekentje en breng het snel naar een dierenarts.

Geslachtsgebonden kleuren
Soms kun je aan de kleur van de kat zien of het een poes of een kater is. Dit heeft te maken met het feit, dat een aantal erfelijke eigenschappen voor kleur zich op het X chromosoom (drager van erfelijke eigenschappen) bevinden. Vrouwelijke dieren (en mensen) hebben twee X chromosomen. Mannelijke dieren hebben een X en een Y chromosoom (het mannelijk geslachtschromosoom).
De rode kleur van katten is een zogenaamde recessieve (onderdanige) kleur.  Bij katers, die maar één X chromosoom hebben komt die kleur dus het meeste voor (want er is dan geen andere kleur die overheerst). Alleen als beide X chromosomen van de poes toevallig de rode kleur factor hebben, kan ze ook rood zijn. Wanneer het ene X chromosoom de rode kleurfactor heeft en het andere X chromosoom cypers, grijs of zwart, dan kunnen beide kleuren aan de poes te zien zijn. De kleur wit kan bij zowel poes als kater voorkomen in combinatie met rood.
Dus
lapjeskatten (rood met zwart en wit), schildpad (zwart met rood), blauw/crème (grijs met rood of crème) en cypers met rood (en wit) zijn altijd vrouwtjes.
Een kat, die staand met zijn staart omhoog ergens tegen aan plast (en sterk ruikende urine produceert) is vrijwel altijd een ongecastreerde kater.
Dit is handig om te weten als je uit wilt vinden of een kat een poes of een kater is en het dier zich niet onder de staart laat kijken.

Tamme katten
Tamme katten zijn te herkennen aan de volgende gedragingen: Een tamme kat miauwt tegen mensen, geeft kopjes, laat zich aaien en soms zelfs optillen en eet terwijl er een mens in de nabijheid is. Tamme katten kijken je aan, terwijl wilde katten alle contact, ook oogcontact, met mensen proberen te vermijden.
Als tamme katten lang zwerven of erg mishandeld zijn, laten ze de mens niet meer dichtbij komen. Aaien en optillen is er dan niet bij. Een bange, tamme kat kan blazen en zelfs aanvallen als hij zich bedreigd voelt. Een wilde kat zal altijd proberen te vluchten. Pas als dat niet kan en de mens hem probeert aan te raken, zal hij in uiterste nood aanvallen. Zwangere en zogende poezen (zowel tam als wild) kunnen behoorlijk agressief reageren als ze vinden, dat ze zichzelf of hun jongen moeten verdedigen.
Om bange (schuwe), tamme en wilde katten te kunnen vangen zal vrijwel altijd een vangkooi gebruikt moeten worden.

Wel of geen zwerfkat?
Het is wel eens lastig om uit te vinden of een bepaalde kat wel of geen eigenaar heeft.
Het makkelijkst is het natuurlijk om bij de buren navraag te doen. Als niemand weet van wie het dier is, kun je het een halsbandje om doen met een briefje en het verzoek om je telefoonnummer te bellen. Reageert er niemand, dan heeft het dier waarschijnlijk geen eigenaar. Een kat zonder eigenaar zoekt een veilige slaapplaats en eten. Dus:
Als een kat al erg lang steeds 's nachts op dezelfde plaats slaapt, nadrukkelijk om eten vraagt en er steeds viezer en magerder gaat uitzien, heeft hij vermoedelijk geen eigenaar (meer). Het dier kan zijn achtergelaten (bij verhuizing), verdwaald of domweg op straat gezet. Tegen de tijd dat een kater volwassen wordt en dus in huis gaat plassen, wordt het dier vaak op straat gezet of het loopt weg. Ook krolse poezen kunnen zo op straat terecht komen.

Terug naar de inhoud