Een kat nemen - LOES voor Dieren

Ga naar de inhoud

Een kat nemen

Dierverzorging / hulp

U bent nu de trotse eigenaar van een of meerdere katten van Stichting LOES voor Dieren.

Om u nog even alles in herinnering te brengen, hebben wij een aantal tips voor U op een rijtje gezet.

De eerste dag in een nieuw huis is vreemd. Het dier kan daardoor geen trek hebben of een beetje dunne ontlasting door nervositeit. Is het dier duidelijk niet in orde, aarzel niet en ga, in overleg met Stichting LOES, naar de dierenarts.
Praat vooral veel en lief met het dier, dan gaat het gewenningsproces sneller.
Als u thuis komt met uw nieuwe gezinslid, zorg dan dat de kattenbak klaar staat met eventueel een valeriaandruppel erin, en laat het dier vanuit deze ruimte zelf zijn nieuwe omgeving verkennen. Valeriaan vinden de meeste katten erg lekker en is tevens rustgevend (ook prima te gebruiken bijv. bij dierenartsbezoek). Sommige dieren vinden een afgedekte kattenbak heel eng. Als dit het geval is, laat dan voorlopig even de kap van de bak of totdat het dier gewend is.
Zet de eerste dag het eten (vanwege de geur) bij de kattenbak in de buurt, zodat deze altijd door het dier terug te vinden is. Zorg ervoor dat u en de kat(ten) de tijd hebben aan elkaar te wennen.
Zorg dat er altijd een krabpaal en/of krabplank aanwezig is zodat uw meubels niet vernield worden. Gebruik eventueel enkele druppels valeriaan om het dier te activeren tot het gebruiken van de krabpaal.


Heeft u al andere huisdieren, zorg dan dat deze al gegeten hebben alvorens het nieuwe huisgenootje te introduceren. Zorg voor een eigen etensbakje en eventueel de eerste periode voor een aparte kattenbak. Dit om problemen met uw andere dieren te voorkomen. Als u alle dieren een valeriaandruppel tussen de schouderbladen geeft, ruikt ieder dier hetzelfde en kunnen ze de situatie beter aan.

Als u een hond heeft, laat dan de hond uit tijdens het loslaten van de nieuwe kat. Als hij dan van zijn wandeling thuis komt, is de nieuweling er al en heeft deze een veilig plekje gevonden om van daar uit de nieuwe omgeving te verkennen.

Zorg dat er altijd schoon water, droogvoer van een goede kwaliteit en een schone kattenbak aanwezig zijn. Volwassen katten hebben voldoende aan bijv. 1 blik vlees- of vismaaltijd per dag. Kies voor kwaliteitsvoer. Dit bespaart u een hoge dierenartsrekening.
Laat het dier niet naar buiten voordat het aan u en zijn nieuwe omgeving gewend is. Dit duurt, afhankelijk van het dier, 4 tot 6 weken. Ga de eerste keren met het dier mee naar buiten en gebruik daar eventueel een kattenriempje bij.
Alle katten zijn nieuwsgierig en van origine jagers. Zodra er dus een vogel of insect langs vIiegt, lopen ze een grote kans van het balkon naar beneden te vallen, met alle gevolgen van dien.

Straffen als die dieren stout zijn doet u met de plantenspuit! Geen dier dat zo'n hekel heeft aan water en niets erger dan ineens nat te worden als je net lekker iets aan het uitspoken bent. Hierdoor zullen ze hetgeen dat ze aan het doen zijn combineren met nat worden en het (na enige tijd) dus laten! Sla een kat nooit! Slaan gebeurt met dezelfde handen die aaien en eten geven.

Zorg voor een adequate vlooienbestrijding, niet alleen van uw dieren, maar ook de leefomgeving. Vergeet vooral niet in de stofzuigerzak wat vlooienpoeder of een stukje vlooienband te doen.
Laat uw kat jaarlijks enten en controleren door uw dierenarts. De enting beschermt uw kat tegen allerlei schadelijke kiemen en het lichamelijk onderzoek van de dierenarts kan eventuele problemen opsporen voordat ze klachten geven.
Ook binnenkatten dienen vier maal per jaar ontwormd te worden, ze eten nogal eens vliegen en kunnen zo maagdarmwormen oplopen.

Als kittens niet gewenst zijn is het aan te raden uw poes op een leeftijd van zes maanden te laten steriliseren, hiermee voorkomt u ontstekingen en tumoren aan de baarmoeder en eierstokken, schijnzwangerschap en verkleint u de kans op melklijst tumoren. Katers gaan vanaf zes maanden oud vaak urine sproeien in huis, dit is natuurlijk gedrag en kan voorkomen worden door ze op zes maanden te laten castreren.

Ook voor een kat is beweging nodig, vooral binnenkatten hebben snel de neiging om te zwaar te worden. Met veertjes, voer-ballen of laser-pointers zijn de meeste katten wel tot actie te krijgen. Er moet een balans zijn tussen de hoeveelheid energie die een kat via voeding krijgt en die hij of zij verbruikt. Door droge brokken te voeren vertraagt u de vorming van tandplaque en tandsteen. Langharige katten moeten minimaal wekelijks geborsteld worden om de vorming van klitten te voorkomen.

Zorg dat uw dieren altijd gechipt zijn of een halsbandje (met elastiek) dragen met daaraan een penning
(bijv. van Sophia Ver. Of Dierenambulance) of een naamkokertje met daarin de belangrijkste gegevens, opgeschreven met potlood (= watervast). Lak het kokertje extra dik dicht met bijvoorbeeld nagellak om opengaan te voorkomen (60% van alle huiskatten raakt 1 of meerdere malen zijn huis kwijt!).
Beter is het nog om uw huisdier te chippen en dit chipnummer te koppelen aan uw adresgegevens, zo is de kans een stuk groter dat u uw dier terugvindt wanneer het kwijt raakt. Het is daarnaast ook verplicht uw dier te chippen als u samen naar het buitenland gaat of als u uw dier wilt verzekeren tegen ziektekosten.
Er bestaan tegenwoordig ziektekosten verzekeringen voor huisdieren. Sommige operaties of ziektes kunnen erg veel geld kosten. Als u niet opeens voor hoge kosten wilt staan, is het te adviseren uw huisdier te verzekeren
.

Kantelramen zijn zeer gevaarlijk! Als het dier springt en er tussen glijdt, zal het door het worstelen steeds dieper wegzakken, waardoor het stikt. //
 

Zie voor meer informatie over katten de website van LICG of van Dierenkliniek Wilhelminpark.


Terug naar de inhoud